Gebruikershandleiding VoiceOver
- Welkom
-
- VoiceOver in het inlogvenster gebruiken
- Werking van functietoetsen wijzigen
- Aangeven dat VoiceOver de volgende toetsaanslag moet negeren
- De geluidssignalen van VoiceOver leren of dempen
- Hints en informatie horen
- Positionele audio gebruiken
- Gebieden en groepen activeren
- Wijzigingen in de voortgang of status horen
- Onderdelen selecteren en de selectie van onderdelen opheffen
- Onderdelen slepen en neerzetten
- Cursor volgen
-
- VoiceOver-programma gebruiken
- Steminstellingen wijzigen
- Detailniveau aanpassen
- De uitspraak van tekst en symbolen in VoiceOver wijzigen
- Instellen wat de rotor weergeeft
- Aangepaste labels aanmaken voor gebruikersinterface-elementen
- VoiceOver-voorkeuren exporteren, importeren en opnieuw instellen
- Overdraagbare VoiceOver-voorkeuren gebruiken
- VoiceOver-activiteiten gebruiken
Werking van functietoetsen wijzigen voor VoiceOver op de Mac
Je moet standaard ook op de Fn-toets drukken om een functietoets te gebruiken in een VoiceOver-commando. Afhankelijk van je Mac, kun je deze standaardinstelling wijzigen, zodat je de Fn-toets niet hoeft te gebruiken voor VoiceOver-commando's.
Kies Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik op 'Toetsenbord' en klik vervolgens op 'Toetsenbord'.
Schakel het aankruisvak 'Gebruik de toetsen 'F1', 'F2', enzovoort, als standaardfunctietoetsen' in.
Deze optie is alleen beschikbaar op sommige Mac-modellen.
Sommige toetsenborden beschikken over speciale toetsen voor de toetsen Home, End, Page Up en Page Down. Dit zijn belangrijke navigatietoetsen in VoiceOver. Als deze toetsen niet aanwezig zijn op je toetsenbord, gebruik je voor deze acties de pijltoetsen in combinatie met de Fn-toets.