Bestanden naar Terminal slepen om paden op te geven
Je kunt tijd besparen door een onderdeel vanuit de Finder naar het Terminal-venster te slepen in plaats van het pad te typen. Op de commandoregel wordt het absolute pad van het onderdeel weergegeven.
Om een uitvoerbaar bestand uit te voeren, sleep je het bestand naar het Terminal-venster en druk je vervolgens op de Return-toets.
Om het pad van een bestand of map in te voeren, sleep je het bestand of de map naar het Terminal-venster.
Om de instellingen vanuit een Terminal-instellingenbestand te importeren, kies je 'Terminal' > 'Voorkeuren', klik je op 'Profielen' en sleep je het bestand vanuit de Finder naar de lijst met profielen.
Om de instellingen te exporteren, kies je 'Terminal' > 'Voorkeuren', klik je op 'Profielen' en sleep je vervolgens een profiel vanuit de lijst met profielen naar de Finder.
Om een venstergroep te importeren uit een Terminal-instellingenbestand, kies je 'Terminal' > 'Voorkeuren', klik je op 'Venstergroepen' en sleep je vervolgens het instellingenbestand vanuit de Finder naar de lijst met venstergroepen.
Om een venstergroep te exporteren, kies je 'Terminal' > 'Voorkeuren', klik je op 'Venstergroepen' en sleep je vervolgens de venstergroep vanuit de lijst met venstergroepen naar de Finder.
Om een tekstfragment te gebruiken dat als knipsel in de Finder is bewaard, druk je op de Command-toets en sleep je het knipsel naar het Terminal-venster.
Als je een knipsel sleept, kunnen bepaalde speciale tekens in de tekst tussen escapetekens worden geplaatst. Als je deze tekens niet wilt opnemen, houd je de Command-toets ingedrukt terwijl je het knipsel sleept.