Het voorkeurenpaneel 'Muis en trackpad'
In het paneel 'Muis en trackpad' van het voorkeurenpaneel 'Toegankelijkheid' kun je het werken met de muis en het trackpad vereenvoudigen. De beschikbare opties zijn afhankelijk van de Mac die je gebruikt.
Om dit paneel te openen, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik je op 'Toegankelijkheid' en klik je vervolgens op 'Muis en trackpad'.
Open het paneel 'Muis en trackpad'
Activeer muistoetsen | Selecteer deze optie om je Mac te bedienen met het toetsenbord in plaats van met de muis. Klik op 'Opties' om Muistoetsen aan te passen: Druk vijf keer op Option om de muistoetsen te (de)activeren: Je kunt met het toetsenbord Muistoetsen in- of uitschakelen. Negeer ingebouwd trackpad als muistoetsen actief zijn: Hiermee wordt het trackpad van je Mac uitgeschakeld wanneer je de functie Muistoetsen gebruikt. Aanvangsvertraging: Hiermee stel je in hoe snel de aanwijzer begint te bewegen wanneer je een toets indrukt. Maximumsnelheid: Hiermee stel je de maximumsnelheid in waarmee de aanwijzer mag bewegen. |
Dubbelkliksnelheid | Hiermee kun je instellen hoe snel de muis of het trackpad reageert wanneer je dubbel op een onderdeel klikt. |
Openspringvertraging | Gebruik de schuifknop om op te geven hoelang je een onderdeel boven een map moet houden voordat de map wordt geopend. |
Negeer ingebouwd trackpad als muis of draadloos trackpad is aangesloten | Hiermee wordt het ingebouwde trackpad van je Mac uitgeschakeld wanneer je een muis of een draadloos trackpad gebruikt. Als je een muis van een andere fabrikant gebruikt, is het mogelijk dat deze optie niet werkt zoals verwacht. Raadpleeg de documentatie bij de muis voor informatie. |
Trackpadopties
Scrolsnelheid | Hiermee pas je de snelheid aan waarmee je bij gebruik van het trackpad door documenten en vensters scrolt. |
Scrollen | Schakel het aankruisvak in of uit om scrollen in of uit te schakelen. Klik op het venstermenu en kies een optie om te bepalen wat er gebeurt wanneer je je vinger van het trackpad haalt: met traagheid: Het scrollen stopt geleidelijk. zonder traagheid: Het scrollen stopt meteen. |
Activeer slepen | Schakel het aankruisvak in als je onderdelen wilt slepen. Als je opties voor slepen wilt instellen, klik je op het venstermenu en kies je een optie: zonder sleepvergrendeling: Tik dubbel op een onderdeel en sleep het onderdeel vervolgens zonder je vinger los te laten na de tweede tik. Wanneer je je vinger optilt, stopt het onderdeel met bewegen. Het onderdeel kan nog een fractie van een seconde worden gesleept (dus je kunt je vinger verplaatsen als deze zich aan de rand van het trackpad bevindt). Om verder slepen onmiddellijk te voorkomen, tik je eenmaal op het trackpad. sleepvergrendeling: Tik dubbel op een onderdeel en sleep het onderdeel vervolgens zonder je vinger los te laten na de tweede tik. Het slepen gaat door als je je vinger optilt en stopt wanneer je één keer op het trackpad tikt. slepen met drie vingers: Sleep een onderdeel met drie vingers. Het slepen stopt als je je vingers van het trackpad haalt. |
Muisopties
Scrolsnelheid | Hiermee pas je de snelheid aan waarmee je bij gebruik van de muis door documenten en vensters scrolt. |
Scrollen | Schakel het aankruisvak in of uit om scrollen in of uit te schakelen. Klik op het venstermenu en kies een optie om te bepalen wat er gebeurt wanneer je je vinger van de muis haalt: met traagheid: Het scrollen stopt geleidelijk. zonder traagheid: Het scrollen stopt meteen. Deze optie is beschikbaar wanneer je een muis gebruikt, zoals een Magic Mouse. |
Als je de functie Muistoetsen snel wilt in- of uitschakelen via het paneel met toegankelijkheidsopties, druk je op Option + Command + F5. (Als je Mac een Touch Bar heeft, kun je ook drie keer snel achter elkaar op Touch ID drukken.)