De aanwijzer besturen met de functie Muistoetsen op de Mac
Met Muistoetsen op de Mac kun je de muisaanwijzer verplaatsen en de muisknop indrukken via het toetsenbord of een numeriek toetsenblok. Om Muistoetsen te gebruiken, kies je Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik je in de navigatiekolom op 'Toegankelijkheid' . Klik vervolgens aan de rechterkant op 'Aanwijzerbediening' en schakel 'Muistoetsen' in. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Open de instellingen voor 'Aanwijzerbediening'
Hieronder zie je welke toetsen je kunt gebruiken op een toetsenbord (de toetsen aan de linkerkant) en welke toetsen je kunt gebruiken op een numeriek toetsenblok (de toetsen aan de rechterkant) als Muistoetsen is ingeschakeld.
Opmerking: Als muistoetsen is ingeschakeld, kun je geen tekst invoeren met het toetsenbord of een numeriek toetsenblok.
De muisaanwijzer verplaatsen:
Met een numeriek toetsenblok: Gebruik de toetsen 7, 8, 9, 4, 6, 1, 2 en 3 op het toetsenblok.
Met het toetsenbord: Gebruik de toetsen 7, 8, 9, U, O, J, K en L.
Met de muis klikken:
Met een numeriek toetsenblok: Druk op 5 op het toetsenblok.
Met het toetsenbord: Druk op I.
De muisknop ingedrukt houden:
Met een numeriek toetsenblok: Druk op 0 (nul) op het toetsenblok.
Met het toetsenbord: Druk op M.
De muisknop loslaten:
Met een numeriek toetsenblok: Druk op . (punt) op het toetsenblok.
Met het toetsenbord: Druk op . (punt).
Tip: Je kunt 'Snelle opties voor toegankelijkheid' gebruiken om Muistoetsen snel in of uit te schakelen.
Je kunt ook toetscombinaties, hulpschakelaars of gezichtsuitdrukkingen gebruiken om muisacties uit te voeren, zoals links klikken, rechts klikken en dubbel klikken. Kies Apple-menu > 'Systeeminstellingen', klik op 'Toegankelijkheid' in de navigatiekolom, klik aan de rechterkant op 'Aanwijzerbediening' en schakel 'Alternatieve aanwijzeracties' in. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.) Klik op de infoknop om de acties aan te passen.