Bestandsdeling gebruiken
Je kunt bestanden en mappen delen met andere gebruikers in het netwerk. Je kunt je volledige Mac met alle gebruikers delen of specifieke gebruikers alleen toegang tot bepaalde mappen geven.
Opmerking: Je kunt geen APFS-volumes (Apple File System) via Apple Filing Protocol (AFP) delen.
Bestandsdeling configureren
Kies Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik op 'Delen'.
Schakel het aankruisvak 'Bestandsdeling' in.
Om een specifieke map te delen, klik je op de knop met het plusteken onder aan de lijst 'Gedeelde mappen', selecteer je de gewenste map en klik je vervolgens op 'Voeg toe'.
De map 'Publiek' van iedere gebruiker die een account op je Mac heeft, wordt automatisch gedeeld. Als je een bepaalde map niet wilt delen, selecteer je de map in de lijst 'Gedeelde mappen' en klik je op de knop met het minteken .
Houd de Control-toets ingedrukt terwijl je op de naam van de map klikt, kies 'Geavanceerde opties', selecteer de gewenste opties en klik op 'OK'.
Standaard kan iedere gebruiker die in het paneel 'Gebruikers en groepen' in Systeemvoorkeuren is ingesteld, via het netwerk toegang krijgen tot je Mac. Een gebruiker met een beheerdersaccount heeft toegang tot je gehele Mac.
Om alleen specifieke gebruikers of groepen toegang tot een map te geven, selecteer je de map in de lijst 'Gedeelde mappen' en klik je onder aan de lijst 'Gebruikers' op de knop met het plusteken . Voer vervolgens een van de volgende stappen uit:
Gebruikers of groepen uit alle gebruikers van je Mac toevoegen: Selecteer 'Gebruikers en groepen' in de lijst aan de linkerkant, selecteer een of meer namen in de lijst aan de rechterkant en klik op 'Selecteer'.
Gebruikers of groepen uit iedereen in je netwerk toevoegen: Selecteer 'Netwerkgebruikers' of 'Netwerkgroepen' in de lijst aan de linkerkant, selecteer een of meer namen in de lijst aan de rechterkant en klik op 'Selecteer'.
Iemand uit je contacten toevoegen en een alleen-delenaccount voor die persoon aanmaken: Selecteer 'Contacten' in de lijst aan de linkerkant, selecteer een naam in de lijst aan de rechterkant en klik op 'Selecteer'. Maak een wachtwoord aan en klik vervolgens op 'Maak account aan'.
Om het type toegang voor een gebruiker op te geven, selecteer je de gebruiker in de lijst 'Gebruikers', klik je op de driehoekjes naast de naam van de gebruiker en kies je vervolgens een van de volgende opties:
Lezen en schrijven: De gebruiker kan de bestanden in de map zien en bestanden van en naar de map kopiëren.
Alleen lezen: De gebruiker kan de inhoud van de map zien maar kan geen bestanden naar de map kopiëren.
Alleen schrijven (Aflevermap): De gebruiker kan bestanden naar de map kopiëren, maar kan de inhoud van de map niet zien.
Geen toegang: De gebruiker kan de bestanden in de map niet zien en geen bestanden uit de map kopiëren.
Geavanceerde opties voor bestandsdeling instellen
Met geavanceerde opties voor bestandsdeling kun je voor elk bestand het protocol en andere opties configureren.
Kies Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik op 'Delen' en selecteer vervolgens 'Bestandsdeling'.
Houd de Control-toets ingedrukt en klik op de naam van de gedeelde map. Kies vervolgens 'Geavanceerde opties'.
Klik op het venstermenu 'Deel via' en kies een protocol voor bestandsdeling:
SMB: Map delen via SMB.
AFP: Map delen via AFP.
SMB en AFP: Map delen via zowel SMB als AFP.
Opmerking: Gedeelde mappen op APFS-volumes worden alleen via SMB gedeeld.
Geavanceerde opties selecteren:
Sta gastgebruikers toe.
Sta alleen gecodeerde SMB-verbindingen toe.
Deel als doellocatie voor Time Machine-reservekopieën.
Klik op 'OK'.
Gasten hebben toegang tot gedeelde mappen op je Mac. Om geen gasttoegang toe te staan, schakel je het aankruisvak 'Sta toe dat gasten verbinding maken met gedeelde mappen' in het paneel 'Gastaccount' van het paneel 'Gebruikers en groepen' in Systeemvoorkeuren uit.
Open het paneel 'Gebruikers en groepen' in Systeemvoorkeuren