Je eigen invoerbron aanmaken en gebruiken op de Mac

1. Open de app Teksteditor  (of een andere tekstverwerkingsapp) op de Mac.

   Open Teksteditor

2. Maak op basis van het onderstaande voorbeeldbestand een regelbestand aan.

   Het bestand moet een tekstbestand zonder opmaak zijn. Als je Teksteditor gebruikt, kies je 'Opmaak' > 'Converteer naar platte tekst'.

3. Bewaar het bestand met Unicode-encryptie (UTF-16) en voeg een extensie toe, zoals '.invoerplugin'.

4. Klik dubbel op het bewaarde bestand.

   Je aangepaste invoerbron wordt toegevoegd aan het invoermenu in de menubalk én aan de lijst met invoerbronnen in het paneel 'Invoerbronnen' van het paneel 'Toetsenbord' in Systeemvoorkeuren. Om de bron weer te geven, kies je Apple-menu  > 'Systeemvoorkeuren', klik je op 'Toetsenbord' en klik je vervolgens op 'Invoerbronnen'.

   Open het paneel 'Invoerbronnen'

macOS ondersteunt ook de .cin-structuur. Als je een .cin-bestand gebruikt, kan de bestandscodering UTF‑16 of UTF‑8 zijn.

# (c) Apple Inc. 2019

# Voorbeeld van regelbestand voor invoerbron.

# Het teken # geeft commentaar aan.

# De bestandsstructuur moet platte tekst zijn. De bestandscodering moet Unicode (UTF‑16) zijn, met of zonder een begin-BOM (Byte Order Mark).

# Het bestand bestaat uit een aantal codes, in hoofdletters en afgesloten met een dubbele punt, gevolgd door de inhoud van de code.

#

# METHOD: Dit is de eerste vermelding in het bestand, waarmee de implementatiemethode voor de plug-in wordt aangegeven.

# De enige methode die op dit moment wordt ondersteund is 'TABLE'.

#

METHOD: TABLE

#

# ENCODE: Dit geeft aan of de doeltaal Traditioneel Chinees ('TC'), Vereenvoudigd Chinees ('SC') of Unicode ('Unicode') is. Alle plug-in-invoerbronnen worden als Unicode-invoerbronnen weergegeven in het paneel 'Invoerbronnen' van het paneel 'Toetsenbord' in Systeemvoorkeuren.

#

ENCODE: TC

#

# PROMPT: De naam van de plug-in zoals die wordt weergegeven in het paneel 'Invoerbronnen' van het paneel 'Toetsenbord' in Systeemvoorkeuren en in het invoermenu.

#

PROMPT: Voorbeeld_Nl

#

# DELIMITER: Hiermee wordt het scheidingsteken voor tekens of woordgroepen met dezelfde invoercode gedefinieerd.

# In dit geval wordt de komma als scheidingsteken gebruikt.

#

DELIMITER: ,

#

# VERSION: Dit wordt gebruikt om het versienummer van de plug-in aan te geven.

#

VERSION: 1.0

#

# MAXINPUTCODE: Het maximale aantal tekens dat kan worden ingevoerd voor een conversie.

# Er geldt geen limiet als je geen waarde opgeeft.

#

MAXINPUTCODE: 8

#

# VALIDINPUTKEY: De tekenset die kan worden gebruikt voor invoerreeksen. Er wordt weliswaar geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters, maar je moet de tekens invoeren als één complete set.

#

VALIDINPUTKEY: 0123456789-ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyz

#

# BEGINCHARACTER: Deze code geeft het begin van de definitie van de toewijzingen aan en is verplicht.

# De indeling voor elke toewijzing is:

# ...

# Spaties en lege regels worden genegeerd.

# Het scheidingsteken tussen uitvoerreeksen is het teken dat hierboven is opgegeven bij DELIMITER.

# De definitie van de toewijzingen wordt afgesloten met de code ENDCHARACTER.

#

BEGINCHARACTER

aardvark 土豚

abacus 算盤

abalone 鮑魚,鰒魚

apple 蘋果

#

# ENDCHARACTER: Deze code geeft aan dat de definitie is voltooid en is altijd de laatste code in het bestand.

#

ENDCHARACTER

1. Kies op de Mac Apple-menu  > 'Systeemvoorkeuren', klik op 'Toetsenbord' en klik vervolgens op 'Invoerbronnen'.

   Open het paneel 'Invoerbronnen'

2. Selecteer je invoerbron en klik op de knop met het minteken .

3. Bewaar het uitgeschakelde plug-inbestand (zodat je de invoerbron later opnieuw kunt toevoegen aan de lijst met invoerbronnen) of verplaats het bestand naar de prullenmand om het te verwijderen.