Toetscombinaties en gebaren in Foto's op de Mac

Foto's bekijken

Control + 1

Terugblikken bekijken

Control + 2

Personen bekijken

Control + 3

Plaatsen bekijken

Control + 4

Favorieten bekijken

Control + 5

Nieuwe onderdelen in je bibliotheek bekijken

Control + 6

Geïmporteerde onderdelen bekijken

Control + 7

Recent verwijderde onderdelen bekijken

Control + 8

Alle foto's bekijken (in weergave 'Foto's')

Command + 4

Dagen bekijken (in weergave 'Foto's')

Command + 3

Maanden bekijken (in weergave 'Foto's')

Command + 2

Jaren bekijken (in weergave 'Foto's')

Command + 1

Alle terugblikken bekijken (in weergave 'Terugblikken')

Command + 1

Favoriete terugblikken bekijken (in weergave 'Terugblikken')

Command + 2

De foto's in een dag, maand of jaar weergeven

Dubbel klikken op de titel of op de dag, de maand of het jaar tikken of je vingers uit elkaar bewegen

Een bepaalde foto openen

Dubbel klikken of tikken op een foto of de foto selecteren en op de spatiebalk drukken

Een bepaalde foto sluiten en meer foto's weergeven

Dubbel klikken op de foto of je vingers naar elkaar bewegen of op de spatiebalk of de Esc-toets (Escape) drukken

Door foto's scrollen in het Foto's-venster

Op de pijltoetsen drukken of met twee vingers omhoog of omlaag vegen

De volgende of vorige foto in een dag of album weergeven

Op de toets Pijl-links of Pijl-rechts drukken of met twee vingers naar links of rechts vegen

De weergave van een foto, project, album of gedeeld album verlaten

Command + Pijl-omhoog

Miniaturen onder een geopende foto weergeven of verbergen

Option + S

Het voorkeurenvenster openen

Command + komma (,)

Een venster sluiten en Foto's stoppen

Command + W

Het Foto's-venster minimaliseren

Command + M

De app Foto's verbergen (zonder te stoppen)

Command + H

Foto's stoppen

Command + Q

Een geselecteerde foto openen of sluiten in de bewerkingsweergave

Return

Een foto uitsnijden

C of Command + 3

Een foto aanpassen

A of Command + 1

Een filter toepassen

F of Command + 2

Een foto roteren

Command + Option + R (rechtsom) of Command + R (linksom)

Een foto verbeteren

Command + E

Tijdens het bewerken de originele niet-bewerkte foto weergeven

M ingedrukt houden

De niet-bewerkte foto weergeven zonder het resultaat van extra wijzigingen, zoals bijsnijden of roteren

Control + M

Naar de volgende foto gaan

Pijl-rechts (ingedrukt houden om snel door foto's te scrollen)

Naar de vorige foto gaan

Pijl-links (ingedrukt houden om snel door foto's te scrollen)

Geselecteerde foto's verwijderen

Delete

Een Live Photo of video afspelen of het afspelen onderbreken

Option + spatiebalk

Foto's zoeken

Command + F

Zoomen tussen het huidige zoomniveau en 100 procent

Z

In- of uitzoomen

Command + Plusteken (+) of Command + Minteken (–) of je vingers uit elkaar of naar elkaar toe bewegen

Een geselecteerde foto verbergen

Command + L

De weergave aanpassen van een foto waarop is ingezoomd

De foto slepen

De laatste handeling ongedaan maken

Command + Z

De laatste handeling opnieuw uitvoeren

Shift + Command + Z

In de bewerkingsweergave of tijdens het bekijken van miniaturen een contextueel menu openen om een foto te bewerken of om er informatie over te zien

Op een foto klikken met de Control-toets ingedrukt of met twee vingers op de foto tikken

Eén foto selecteren

Klikken op de foto

Alle foto's selecteren

Command + A

Alle foto's selecteren tussen de huidige selectie en een niet-aangrenzende foto

Shift-toets ingedrukt houden en klikken op de niet-aangrenzende foto

Niet-aangrenzende foto's selecteren

De eerste foto selecteren, Command-toets ingedrukt houden en klikken op de overige foto's

Aangrenzende foto's selecteren

Buiten de foto's klikken en de aanwijzer slepen om de foto's in de selectierechthoek in te sluiten

Specifieke foto's in een groep geselecteerde foto's deselecteren

Command-toets ingedrukt houden en klikken op de foto's die je wilt deselecteren

Alle foto's deselecteren

Shift + Command + A of buiten een foto klikken

Een nieuw album aanmaken

Command + N

Een geselecteerde foto instellen als hoofdfoto voor een album

Shift + Command + K

Een slim album aanmaken

Option + Command + N

Een map aanmaken

Shift + Command + N

Het formaat van fotominiaturen wijzigen

Command + plusteken (+) of Command + minteken (–)

Een foto openen of sluiten

Dubbel klikken of dubbel tikken op een fotominiatuur of een miniatuur selecteren en op de spatiebalk drukken. Dubbel klikken, dubbel tikken of op de spatiebalk drukken om te sluiten.

Naar de vorige of volgende foto gaan

Pijl-links of Pijl-rechts

Schermvullende weergave in- of uitschakelen

Control + Command + F

Titels tonen of verbergen

Shift + Command + T

Een geselecteerde foto verbergen

Command + L

Foto-informatie weergeven of verbergen in het infovenster

Command + I

Een foto dupliceren

Command + D

Een foto knippen

Command + X

Een foto kopiëren

Command + C

Een foto plakken

Command + V

Een foto markeren als favoriet

Punt (.)

Trefwoordbeheer weergeven of verbergen

Command + K

Een foto of onderdeel uit de bibliotheek verwijderen

Command + Delete

Een foto uit een album verwijderen (maar niet uit de bibliotheek)

Delete

Een diavoorstelling stoppen

Op de Escape-toets (Esc) drukken of de aanwijzer verplaatsen om de regelaars voor de diavoorstelling weer te geven en vervolgens op de sluitknop (X) klikken

Het afspelen van een diavoorstelling pauzeren of hervatten

Spatiebalk

Een diavoorstelling handmatig afspelen

Pijl-rechts of Pijl-links

Foto's importeren

Shift + Command + I

Foto's exporteren

Shift + Command + E of een foto naar het bureaublad slepen

Afdrukken

Command + P