Werken met toegankelijkheidsvoorzieningen
Toegankelijkheid is een standaardeigenschap van elke Mac. Of je nu problemen hebt met zien, horen of je mobiliteit, macOS biedt tal van voorzieningen waarmee je op een alternatieve manier gemakkelijker met de Mac kunt werken.
Werken met VoiceOver, de ingebouwde schermlezer
VoiceOver is een ingebouwde schermlezer die een gesproken beschrijving geeft van wat er op het computerscherm gebeurt en de tekst in documenten, webpagina's en vensters voorleest. Bij gebruik van VoiceOver kun je je Mac bedienen met het toetsenbord of met trackpadbewegingen. Je kunt ook een brailleleesregel aansluiten voor gebruik met VoiceOver.
Als je VoiceOver wilt in- of uitschakelen, druk je op Command + F5. (Als de Mac een Touch Bar heeft, kun je ook de Command-toets ingedrukt houden en drie keer snel achter elkaar op Touch ID drukken.)
Om VoiceOver aan te passen met VoiceOver-programma, druk je op Control + Option + F8 (als VoiceOver is ingeschakeld).
Om te leren werken met VoiceOver, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik je achtereenvolgens op 'Toegankelijkheid', 'VoiceOver' en 'Open VoiceOver-training'.
Als je hulp nodig hebt bij VoiceOver, kies je 'Help' > 'VoiceOver Help' terwijl VoiceOver-programma is geopend.
Scherminhoud groter of kleiner weergeven
Als je de onderdelen op het scherm te klein vindt, kun je inzoomen om de inhoud van het scherm groter te maken. Je kunt op het hele scherm of alleen op een gedeelte van het scherm inzoomen.
Je kunt zoomopties instellen door Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' te kiezen en vervolgens op 'Toegankelijkheid' en 'Zoomen' te klikken.
Beweging op het scherm verminderen
Als je beweging op het scherm vervelend vindt, kun je een optie instellen om beweging te verminderen bij het gebruik van bepaalde voorzieningen, zoals Spaces, het berichtencentrum of het Dock.
Om die optie in te stellen, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik je op 'Toegankelijkheid' en klik je vervolgens op 'Beeldscherm'.
Een echt toetsenbord of een schermtoetsenbord gebruiken
Als je grendeltoetsen en toetsvertraging inschakelt, kun je toetsen op een echt toetsenbord gemakkelijker indrukken. Met het toegankelijkheidstoetsenbord op het scherm kun je macOS besturen en geavanceerde typfuncties gebruiken (zoals typesuggesties), zodat je helemaal geen echt toetsenbord nodig hebt.
Je kunt deze opties instellen door Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' te kiezen en vervolgens op 'Toegankelijkheid' en 'Toetsenbord' te klikken.
De aanwijzer verplaatsen met het toetsenbord
Als het gebruik van een muis problemen oplevert, kun je Muistoetsen inschakelen en vervolgens met het toetsenbord of het numerieke toetsenblok de aanwijzer verplaatsen en klikacties uitvoeren.
Je kunt deze optie instellen door Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' te kiezen en vervolgens op 'Toegankelijkheid' en 'Muis en trackpad' te klikken.
Werken met dicteercommando's en tekst-naar-spraak
Als Verbeterd dicteren is ingeschakeld, kun je met dicteercommando's onder andere programma's openen en menuopties kiezen. In macOS kun je allerlei commando's gebruiken en je eigen dicteercommando's aanmaken.
Je Mac en programma's besturen met dicteercommando's
Met spraakopties kun je tekst in vensters en waarschuwingsberichten laten voorlezen en kun je een melding krijgen wanneer je een handeling moet uitvoeren in een programma, zoals het accepteren van een uitnodiging van Berichten.
De werking van toetsenbord, muis en trackpad wijzigen
Je kunt verschillende opties instellen om de werking van je toetsenbord, muis en trackpad aan te passen. Zo kun je de snelheid aanpassen waarmee de aanwijzer over het scherm wordt verplaatst wanneer je een vinger over het trackpad beweegt.
Om opties in te stellen voor je toetsenbord, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik je op 'Toetsenbord'.
Om opties in te stellen voor je muis, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik je op 'Muis'.
Om opties in te stellen voor je trackpad, waaronder bewegingen, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik je op 'Trackpad'.
Je Mac besturen met hulpapparaten
Met schakelbediening kun je een of meer aanpasbare hulpmiddelen gebruiken om tekst in te voeren, met onderdelen op het scherm te werken en je Mac te besturen. Met deze functie wordt een paneel of de gebruikersinterface gescand totdat een schakelaar wordt gebruikt om een onderdeel te selecteren of een bewerking uit te voeren.
Als je het toegankelijkheidstoetsenbord gebruikt, kun je met stilhoudbediening de aanwijzer bedienen met een trackingapparaat, zodat je eenvoudiger tekst kunt invoeren, met onderdelen op het scherm kunt werken en je Mac kunt besturen. Met stilhoudbediening kun je je hoofd, je ogen of de muis gedurende een bepaalde tijd stilhouden op een regelaar om een muisactie uit te voeren.
In de menubalk kun je eenvoudig controleren welke toegankelijkheidsvoorzieningen zijn ingeschakeld: Schakel het aankruisvak onder in het voorkeurenpaneel 'Toegankelijkheid' in om de status van 'Toegankelijkheid' in de menubalk weer te geven.
Via het paneel met toegankelijkheidsopties kun je snel opties in- en uitschakelen. Om aan te geven welke opties je in het paneel met toegankelijkheidsopties wilt opnemen, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik je op 'Toegankelijkheid' en klik je vervolgens op 'Algemeen'.
In sommige programma's kun je je Mac tekst laten uitspreken. Dit doe je door 'Wijzig' > 'Spraak' > 'Start spraakfunctie' te kiezen. Deze functionaliteit is mogelijk niet voor alle talen beschikbaar.