Een reservekopieschijf kiezen en versleutelingsopties instellen op de Mac
Schakel Time Machine in, voeg een reservekopieschijf toe, schakel over naar een andere schijf of pas andere instellingen aan.
Opmerking: Mogelijk wil je Time Machine 's avonds instellen, zodat de eerste reservekopie 's nachts kan worden gemaakt. Als je reservekopieën maakt naar een Time Capsule of AirPort Extreme (802.11ac), kan de eerste reservekopie mogelijk sneller worden gemaakt als je Mac zich in dezelfde ruimte als de Time Capsule of AirPort Extreme (802.11ac) bevindt of als je de Mac via een ethernetkabel op een van de ethernetpoorten van de Time Capsule of AirPort Extreme (802.11ac) aansluit. Daaropvolgende reservekopieën nemen minder tijd in beslag.
Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen' > 'Algemeen' en klik op 'Time Machine' .
Klik op 'Voeg reservekopieschijf toe' of klik op de knop met het plusteken .
Welke optie je ziet, hangt af van de vraag of er al een of meer reservekopieschijven zijn geconfigureerd.
Kies een schijf of locatie voor reservekopieën uit de lijst.
Met Time Machine kun je geen reservekopieën bewaren op een schijf die is geformatteerd met de Windows-structuur. Als je een schijf aansluit die met de Windows-structuur is geformatteerd, kan deze schijf opnieuw worden geformatteerd met de Mac-structuur (waarbij alle gegevens definitief worden verwijderd) en als reservekopieschijf worden gebruikt.
Klik op 'Configureer schijf'.
Als er een nieuw venster verschijnt, kun je de maximale ruimte voor reservekopieën selecteren en aangeven of je reservekopieën wilt versleutelen. Klik op 'Gereed' nadat je de gewenste instellingen hebt geselecteerd.
Als je wordt gevraagd de schijf te wissen, klik je op 'Wis' of selecteer je een ander volume.
Belangrijk: Wanneer je de schijf wist, worden alle bestanden op de schijf definitief verwijderd. Doe dit dus alleen als je de bestanden niet meer nodig hebt of als je kopieën van de bestanden op een andere schijf hebt bewaard.
Als je hebt aangegeven dat je reservekopieën wilt versleutelen (in stap 5), typ je een wachtwoord voor de reservekopieschijf.
Je moet dit wachtwoord mogelijk invoeren wanneer je de schijf aansluit op je Mac, wanneer je de schijf loskoppelt of wanneer je de Mac opnieuw opstart.
Als je eerder een Time Capsule of een netwerkschijf voor niet-versleutelde reservekopieën hebt gebruikt en je nu versleuteling wilt inschakelen, moet de niet-versleutelde reservekopie eerst met Time Machine worden gewist voordat een versleutelde reservekopie kan worden gemaakt.
Om meerdere reservekopieschijven te gebruiken, herhaal je deze stappen voor elke schijf.
Als je bestanden bewaart op je reservekopieschijf, wordt met Time Machine geen reservekopie gemaakt van deze bestanden en is er minder ruimte beschikbaar voor reservekopieën van Time Machine. Zie Typen schijven die je met Time Machine kunt gebruiken.