De bureaubladafbeelding aanpassen op de Mac
Je kunt de afbeelding wijzigen die op het bureaublad wordt weergegeven. Maak je keuze uit diverse afbeeldingen en kleuren van Apple of gebruik je eigen foto's.
Tip: Je kunt een afbeelding van je bureaublad of uit een map naar de miniatuur boven in het paneel slepen. Deze afbeelding wordt dan de bureaubladafbeelding.
Kies op je Mac Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik op 'Bureaublad en schermbeveiliging' en klik vervolgens op 'Bureaublad'.
Aan de linkerkant kun je door de beschikbare afbeeldingen en kleuren bladeren:
Afbeeldingen en kleuren van Apple: Klik naast 'Apple' op de pijl en selecteer een map. Als een afbeeldingen moet worden gedownload (aangegeven door het downloadsymbool ), moet je verbonden zijn met het internet.
Als je 'Dynamisch bureaublad' of 'Licht en donker bureaublad' kiest, verandert de bureaubladafbeelding automatisch gedurende de dag op basis van je huidige locatie. Als Locatievoorzieningen is uitgeschakeld in het paneel 'Privacy' in Systeemvoorkeuren, verandert de afbeelding afhankelijk van de tijdzone die is opgegeven in het paneel 'Datum en tijd' in Systeemvoorkeuren.
Sommige afbeeldingen kunnen als stilstaande beelden worden weergegeven om te voorkomen dat de afbeelding niet te veel invloed heeft op de weergave van het bureaublad. Als je tijdens de configuratie van macOS bijvoorbeeld kiest voor de donkere weergave, wordt de bureaubladafbeelding ingesteld op een donker stilstaand beeld. Om een stilstaand beeld (indien beschikbaar) te gebruiken of niet meer te gebruiken, klik je naast de miniatuur boven aan het paneel op het venstermenu en kies je een optie.
Jouw foto's: Klik op de pijl naast 'Foto's'. Als je foto's in de map 'Afbeeldingen' of een andere map staan, klik je op de pijl naast 'Mappen' en selecteer je een map.
Om een map toe te voegen, klik je op de knop met het plusteken , navigeer je naar de gewenste map, selecteer je de map en klik je op 'Kies'.
Als je foto's niet worden weergegeven, hebben ze mogelijk niet de verwachte bestandsstructuur (JPEG, PICT, TIFF, PNG of HEIC). Gebruik Voorvertoning om je foto's te openen en in een van deze structuren te bewaren. Als je foto's worden weergegeven, maar onscherp zijn, kun je proberen om grotere afbeeldingen te gebruiken, zoals afbeeldingen van 1024 x 768 pixels.
Klik aan de rechterkant op een afbeelding (of klik op het downloadsymbool als dit bij de afbeelding wordt weergegeven) of foto om deze als je bureaubladafbeelding te gebruiken. Probeer verschillende afbeeldingen uit om te bepalen welke het best bevalt.
Als je besluit een gedownloade afbeelding niet te gebruiken en van je Mac wilt verwijderen, klik je met de Control-toets ingedrukt op de afbeelding en kies je 'Verwijder download'.
Als je een van je eigen foto's gebruikt, kun je aangeven of deze schermvullend, gecentreerd of anders moet worden weergegeven.
Voor sommige mappen kun je alle afbeeldingen in de map weergeven. Selecteer 'Wijzig afbeelding' en kies hoe vaak de afbeelding moet worden gewijzigd, zoals elk uur. De afbeeldingen worden weergegeven in de volgorde waarin ze in de map staan, maar je kunt ook instellen dat ze in willekeurige volgorde worden weergegeven.
Om snel een foto toe te voegen vanuit de app Foto's, open je Foto's, selecteer je de foto, klik je op de deelknop in de knoppenbalk van Foto's en kies je 'Stel bureaubladafbeelding in'.
Je kunt een afbeelding van het web gebruiken als bureaubladafbeelding. Klik op de afbeelding in het browservenster terwijl je de Control-toets ingedrukt houdt en selecteer vervolgens 'Gebruik afbeelding als bureaubladafbeelding'.