Geschiedenis voor Siri en de dicteerfunctie verwijderen van de Mac
Wanneer je Siri inschakelt of de dicteerfunctie inschakelt, kun je ervoor kiezen om de audio-opnamen van je interacties met Siri en de dicteerfunctie op je Mac te delen met Apple.
Je verzoeken worden aan een willekeurige ID gekoppeld en niet aan je Apple ID. Je kunt de geschiedenis verwijderen van verzoeken die aan een willekeurige ID zijn gekoppeld en die niet ouder zijn dan zes maanden. Dit geldt zowel voor audio-opnamen als voor transcripties (hiervoor heb je verbinding met het internet nodig).
Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik op 'Siri en Spotlight' in de navigatiekolom. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Klik aan de rechterkant op 'Verwijder Siri- en dicteergeschiedenis'.
Klik op 'Verwijder'.
Belangrijk: Het verwijderen van de geschiedenis voor Siri en de dicteerfunctie verandert niets aan de keuze die je hebt gemaakt met betrekking tot het delen van audio-opnamen. Zie Instellingen voor 'Privacy en beveiliging' wijzigen voor informatie over het wijzigen van deze instelling.