Bij aansluiting op de Mac verschijnt je apparaat niet in de navigatiekolom
Controleer het volgende als je je iPhone of iPad met een USB-kabel op je Mac hebt aangesloten en het apparaat niet in de navigatiekolom van de Finder verschijnt:
Controleer of de kabel goed is aangesloten. Als je Mac en het mobiele apparaat goed zijn verbonden, zie je dat het mobiele apparaat wordt opgeladen.
Controleer of het mobiele apparaat is ontgrendeld en of het beginscherm zichtbaar is.
Controleer of de Finder-voorkeuren zo zijn ingesteld dat je mobiele apparaat in de navigatiekolom wordt weergegeven. Zie de onderstaande instructies.
De Finder-voorkeuren zo instellen dat je mobiele apparaat in de navigatiekolom wordt weergegeven
Verbind je apparaat met de Mac.
Je kunt je apparaat aansluiten via een USB- of USB-C-kabel of via een wifiverbinding. Zie Materiaal via wifi synchroniseren tussen je Mac en iPhone of iPad.
Kies in de Finder op je Mac achtereenvolgens 'Finder' > 'Voorkeuren'.
Klik op 'Navigatiekolom'.
Schakel onder 'Locaties' het aankruisvak 'Cd's, dvd's en iOS-apparaten' in.
Controleer of het apparaat nu wel in de navigatiekolom (onder 'Locaties') wordt weergegeven.
Klik op het apparaat om de synchronisatieopties weer te geven.
Zie het Apple Support-artikel Als uw computer uw iPhone, iPad of iPod niet herkent als het apparaat nog steeds niet wordt weergegeven in de navigatiekolom.