Een nieuwe reservekopieschijf aansluiten op de Mac
Als je een nieuwe schijf op je Mac aansluit en Time Machine nog niet hebt geconfigureerd, wordt je gevraagd of je de schijf als reservekopieschijf voor Time Machine wilt gebruiken. Je kunt ook een reservekopieschijf configureren via Systeeminstellingen.
Sluit een nieuwe schijf op je Mac aan. Kies desgevraagd 'Sta toe' in het venster dat verschijnt.
Voer een van de volgende stappen uit:
Houd de aanwijzer op het dialoogvenster dat verschijnt, klik op 'Opties' en kies 'Configureer' om deze schijf als reservekopieschijf voor Time Machine te gebruiken. (Als je 'Sluit' kiest, wordt Time Machine gesloten en wordt de schijf als een gewone schijf gebruikt.)
Kies Apple-menu > 'Systeeminstellingen' > 'Algemeen' en klik op 'Time Machine'. Klik op 'Voeg reservekopieschijf toe', selecteer de reservekopieschijf en klik vervolgens op 'Configureer schijf'.
Opmerking: Er verschijnt een venster als het mogelijk is om de maximale ruimte en encryptie voor reservekopieën in te stellen. Stel deze opties in en klik op 'Gereed'.
Als je Mac in de sluimerstand staat of als de reservekopieschijf niet beschikbaar is wanneer het tijd is voor een geplande reservekopie, wordt er geen reservekopie gemaakt. Het maken van reservekopieën wordt hervat als de Mac en de schijf weer beschikbaar zijn.
Als je Time Machine gebruikt, worden er ook lokale momentopnamen bewaard waarmee je eerdere versies van bestanden kunt herstellen, zelfs als je reservekopieschijf niet is aangesloten. Deze momentopnamen worden elk uur gemaakt en worden op dezelfde schijf bewaard als de oorspronkelijke bestanden. Ze worden 24 uur bewaard of korter als er ruimte nodig is op de schijf. Lokale momentopnamen worden alleen gemaakt op schijven met Apple File System (APFS).