Mac met Apple silicon: Apple Diagnose voor Zelfservice-reparatie
Om de oorzaak van een probleem te isoleren op een Mac waarvoor je problemen aan het oplossen bent, kan je gevraagd worden om Apple Diagnose te gebruiken bij het uitvoeren van testsuites voor Zelfservice-reparatie. Een diagnostische suite bestaat uit meerdere diagnostische tests. Door deze testsuites uit te voeren kun je problemen isoleren, onderzoeken of er onderdelen vervangen moeten worden of controleren of een reparatie succesvol is voltooid.
Om toegang te krijgen tot de testsuites heb je een apart, secundair apparaat nodig met een webbrowser en internettoegang. Het tweede apparaat dient als diagnostische console, waar je het serienummer invoert van het apparaat dat je aan het testen bent.
Je selecteert de aanbevolen diagnostische testsuite en als deze is voltooid, worden de resultaten weergegeven op de diagnostische console. Bestudeer de resultaten om de oorzaak van het probleem te isoleren op het apparaat dat je aan het repareren bent.
Apple Diagnose voor Zelfservice-reparatie uitvoeren op een Mac
Vereisten
Om Apple Diagnose voor Zelfservice-reparatie te gebruiken om een Mac te testen, heb je het volgende nodig:
Een Mac die getest moet worden
Opmerking: dit moet een Mac met Apple silicon zijn die stroom krijgt en kan opstarten in macOS. Intel-Macs worden niet ondersteund in Apple Diagnose voor Zelfservice-reparatie.
Belangrijk: de Mac die je test, moet macOS Sonoma versie 14.1 of nieuwer hebben om Apple Diagnose voor Zelfservice-reparatie uit te kunnen voeren. Bètaversies van macOS worden niet ondersteund. Raadpleeg macOS bijwerken op een Mac voor instructies om de Mac bij te werken. Zorg ervoor dat de Mac is bijgewerkt voordat je verdergaat met deze instructies. Raadpleeg de volgende supportartikelen voor hulp bij het identificeren van de Mac die je aan het testen bent:
Als de Mac die je aan het testen bent niet kan worden ingeschakeld of opgestart, raadpleeg dan de betreffende paragraaf over problemen met de voeding en het opstarten:
Een secundair apparaat zoals een iPhone, iPad, pc of een andere Mac om toegang te krijgen tot de website van Apple Diagnose voor Zelfservice-reparatie en de diagnostische console. Je kunt een diagnostische sessie voor de Mac die je aan het testen bent starten en beheren in de diagnostische console op het secundaire apparaat. De diagnostische console wordt ondersteund op de volgende secundaire apparaten:
Een iPhone met iOS 13 of nieuwer of een iPad met iPadOS 13 of nieuwer met Safari
Een Mac met macOS Catalina 10.15 of nieuwer met Safari
Een pc met Firefox 59 of nieuwer, Chrome 55 of nieuwer of Microsoft Edge 12 of nieuwer
Een internetverbinding via wifi of kabel op de Mac die getest moet worden
Een internetverbinding via wifi, mobiele telefoon of kabel op het secundaire apparaat
Bereid de Mac voor die je aan het testen bent
Als je de nieuwste macOS-updates kunt installeren, doe je dat voordat je doorgaat.
Schakel de Mac die getest moet worden uit.
Koppel alle externe apparaten los, behalve het toetsenbord, de muis en het beeldscherm (indien van toepassing).
Zorg ervoor dat de Mac zich op een vlak, vast, stabiel en goed geventileerd oppervlak bevindt.
Bij Mac-desktops sluit je het netsnoer aan op de computer. Bij Mac-laptops sluit je de lichtnetadapter en oplaadkabel van de computer aan op de computer.
Apple Diagnose voor Zelfservice-reparatie starten op het secundaire apparaat
Ga op het secundaire apparaat naar https://getsupport.apple.com/self-service-diagnostics vanuit een browser.
Klik of tik op 'Ga door' op de pagina Apple Diagnose voor Zelfservice-reparatie.
Kies 'Mac'.
Open de diagnostische modus op de Mac die je aan het testen bent
Als je een bekabelde ethernetverbinding gebruikt om de Mac die je aan het testen bent met internet te verbinden, sluit de ethernetkabel dan aan op de Mac voordat je de computer aanzet. Als je wifi gebruikt, maak je pas in stap 5 verbinding met internet, nadat de computer is opgestart in de diagnostische modus.
Houd de aan/uit-knop ingedrukt op de Mac die je aan het testen bent om de computer aan te zetten. Houd Touch ID ingedrukt op laptops met Touch ID.
Terwijl je de aan/uit-knop ingedrukt houdt, wordt de Mac ingeschakeld en worden de opstartopties geladen. Laat de aan/uit-knop los als je 'Opstartopties laden...' ziet.
Als de opstartopties worden weergegeven, houd je Command (⌘)-D op het toetsenbord van de Mac ingedrukt om deze in de diagnostische modus te zetten.
Om de Mac die je aan het testen bent met internet te verbinden via wifi, kies je het netwerk uit het wifimenu in de rechterbovenhoek van het scherm voor de diagnostische modus.
Opmerking: het kan enkele seconden duren voordat het wifimenu wordt weergegeven. Dit is normaal.
Kies een taal en klik op 'OK' op het scherm van de diagnostische modus.
Meld je aan en start een diagnostische sessie
Op de pagina Apple Diagnose voor Zelfservice-reparatie op het secundaire apparaat voer je het serienummer van de Mac die je aan het testen bent in het daarvoor bestemde veld in. Je vindt het serienummer in de linkeronderhoek van het diagnosescherm van de Mac die je aan het testen bent.
Klik of tik op 'Sessie starten' op de pagina Apple Diagnose voor Zelfservice-reparatie op het secundaire apparaat. Als de Mac niet kan worden aangemeld voor een diagnostische sessie, klik of tik dan op 'Probeer het opnieuw'.
Klik op de Mac die je aan het testen bent op 'Ik ga akkoord' in het diagnosescherm.
Opmerking: als de Mac die je aan het testen bent geen macOS 14.1 of nieuwer heeft, kan deze geen verbinding maken met de diagnostische sessie en verschijnt er een bericht om de Mac bij te werken.
Nadat je de Mac die je aan het testen bent succesvol hebt aangemeld, kun je een diagnostische testsuite op het secundaire apparaat selecteren om de Mac te testen. Volg de instructies en bekijk de resultaten van de diagnostische test op het secundaire apparaat.
Beschikbare diagnostische testsuites
Diagnostische suite | Laptops | Modulaire desktops | iMacs |
|---|---|---|---|
Mac-resources inspecteren (MRI) | Ja | Jazeker | Jazeker |
Beeldschermafwijkingen | Jazeker | Nee | Ja |
Toetsenbord | Jazeker | Nee | Nee |
Trackpad | Jazeker | Nee | Nee |
Touch ID | Jazeker | Nee | Nee |
Audio | Ja | Ja1 | Ja |
Mac-resources inspecteren (MRI)
Deze diagnostische suite is een tool voor snelle diagnose om te controleren op de aanwezigheid van hardwarecomponenten en het uitvoeren van korte tests om te controleren of de hardware werkt.
Beeldschermafwijkingen
Deze interactieve diagnostische suite geeft een reeks kleuren en patronen weer die helpen bij de identificatie van pixelafwijkingen en vuil.
Toetsenbord
Met deze interactieve diagnostische suite wordt de gebruiker gevraagd om te controleren of elke toets van het toetsenbord correct reageert na indrukken, of de achtergrondverlichting van het toetsenbord zichtbaar is en of het Caps Lock-lampje werkt.
Trackpad
Met deze interactieve diagnostische suite wordt de gebruiker gevraagd om te controleren of alle vlakken van het trackpad reageren op aanraking.
Touch ID
Deze interactieve diagnostische suite voert een serie geautomatiseerde tests uit om te controleren of Touch ID aanwezig is. Vervolgens wordt de gebruiker gevraagd om een vinger op de Touch ID-sensor te plaatsen om te controleren of de sensor werkt.
Audio
Voor laptops en iMacs: deze interactieve diagnostische suite speelt een serie tonen in een akkoord af via de interne luidspreker en luistert naar dezelfde tonen via ingebouwde microfoons om te controleren of de luidspreker en microfoon werken.
1Voor modulaire Mac-desktops: deze interactieve diagnostische suite speelt een serie tonen in een akkoord af via de interne luidspreker en vraagt de gebruiker om te controleren of de tonen hoorbaar waren en niet vervormd. Hiermee wordt de functionaliteit van de luidspreker gecontroleerd.
Let op: de diagnostische audiosuite speelt harde testtonen af via de luidsprekers. Zorg voor een geschikte omgeving voordat je deze testsuite uitvoert. Voer deze testsuite uit in een rustige omgeving voor de beste resultaten.
Opmerking: voor de diagnostische audiotestsuite is een koptelefoon vereist om de koptelefoonaansluiting te controleren.