Videoconferencing – voor wie, en waarom?
Videoconferencing is een hulpmiddel met een groot potentieel binnen de EU en haar 27 lidstaten.
Veel lidstaten hebben praktijkervaring met het organiseren van videoconferenties tussen instanties in verschillende regio’s binnen één land of met andere landen.
In het kader van de Europese e-justitie hebben de EU-lidstaten afgesproken om samen te werken bij de bevordering van de toepassing van videoconferencing en om ervaringen en beste praktijken uit te wisselen. Bij deze activiteiten, die plaatsvinden binnen het bestaande juridische kader, worden de op lidstaat- en EU-niveau bestaande procedurele waarborgen gerespecteerd.
Bij grensoverschrijdende zaken is communicatie tussen de justitiële autoriteiten van de verschillende lidstaten van cruciaal belang. Videoconferencing is één van de manieren om die communicatie makkelijker te maken en te stimuleren.
Videoconferencingapparatuur geeft de rechter meer flexibiliteit voor wat betreft het tijdstip en de manier van horen van getuigen of deskundigen uit andere lidstaten.
- Voor de getuige of de deskundige kan het prettiger zijn om een verklaring af te leggen zonder daarvoor te hoeven reizen
- Kwetsbare of geïntimideerde getuigen blijft de stress van de aanblik van een volle rechtszaal bespaard
- Vertolking kan zo nodig via videoconferencing plaatsvinden
- Videoconferencing leidt tot lagere kosten voor alle betrokkenen.
Wettelijk kader
De huidige EU-wetgeving biedt tal van mogelijkheden voor het houden van grensoverschrijdende videoconferenties, met name voor het horen van getuigen, deskundigen of slachtoffers via videoconferencing in overeenstemming met rechtsinstrumenten zoals:
- de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (artikel 10);
- de Verordening van de Raad betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken (artikel 10, lid 4 en artikel 17, lid 4);
- de Richtlijn van de Raad betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven (artikel 9, lid 1);
- de Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen (artikel 8 en artikel 9, lid 1);
- het Kaderbesluit van de Raad inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure (artikel 11, lid 1);
- de Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke en handelszaken.
Er is een brochure beschikbaar (zie onderstaande link) met een kort overzicht van het juridisch kader – zie voor nadere informatie de handleiding.
Plannen
De lidstaten hebben afgesproken dat de werkzaamheden ter facilitering van videoconferencing moeten worden voortgezet. Wanneer daar aanleiding toe bestaat, zal het Europees portaal voor e-justitie in de toekomst plaats gaan inruimen voor verdere hulpmiddelen op dit vlak, waarbij met name gedacht kan worden aan:
- links naar EU-wetgeving en wetgeving van de lidstaten waarin de toepassing van videoconferencing is geregeld;
- geconsolideerde informatie over alle rechtbanken met videoconferencingfaciliteiten in de lidstaten;
- hulpmiddelen voor de regeling van videoconferenties (digitale formulieren, op langere termijn wellicht een boekingssysteem);
- links naar nationale instructies of handelingen, voor zover beschikbaar;
- een pagina met voorbeelden van videoconferencing bij grensoverschrijdende procedures en een overzicht van optimale praktijken;
- informatie over opleidingen en online opleidingsmodules;
- een link naar de onderling verbonden tolkendatabanken.
Bestanden
Deze pagina wordt beheerd door de Europese Commissie. De informatie op deze pagina geeft niet noodzakelijk het officiële standpunt van de Europese Commissie weer. De Commissie aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor informatie of gegevens waarnaar in dit document wordt verwezen. Gelieve de juridische mededeling te raadplegen voor de auteursrechtelijke regeling voor Europese pagina's.